GESCHIEDENIS
DER
NOORDSCHE COMPAGNIE
DOOR
Mr. S. MULLER Fz.
UITGEGEVEN DOOR HET
PROVINCIAAL UTRECHTSCH GENOOTSCHAP
VAN
KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.
UTRECHT,
Gebr. VAN DER POST.
Uitgevers van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap.
1874.
GEDRUKT BIJ G. A. VAN HOFTEN, TE UTRECHT.
BEANTWOORDING
DER
PRIJSVRAAG:
„EEN HISTORISCH OVERZICHT VAN DE ONTDEKKINGEN DER HOLLANDERSIN DE NOORDPOOLZEEËN EN VAN HUNNE VESTIGING OP ENKELEPUNTEN, VOORNAMELIJK OP SPITSBERGEN, ALSMEDE VAN DE INTERNATIONALEGESCHILLEN DER NEDERLANDSCHE REPUBLIEK METENGELAND, DENEMARKEN EN ZWEDEN, OVER DE VAART EN VISSCHERIJIN HET NOORDEN.”
ONDER DE SPREUK:
Plus ultra;
AAN WELKE
DOOR HET PROVINCIAAL UTRECHTSCH GENOOTSCHAP
VAN
KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN,
OP DEN 24 JUNI 1873,
DE GOUDEN EEREPRIJS
IS TOEGEWEZEN.
Een enkel woord vooraf bij het in het licht zenden van dit boek terrechtvaardiging van titel en inhoud, die niet geheel beantwoorden aanhet geëischte in de door het Provinciaal Utrechtsch Genootschap uitgeschrevenprijsvraag.
Mijne aandacht werd het eerst op deze zaak gevestigd door de vermeldingder internationale geschillen over vaart en visscherij in deIJszee, een onderwerp mij van vroeger bekend. Het bleek mij echteraanstonds, dat de hoofdinhoud der vraag—de geschiedenis der Nederlandscheontdekkingsreizen naar de noordpool—eene afzonderlijke, uitvoerigestudie vorderde, en hoe meer ik mij daarin verdiepte, hoe meerik de overtuiging erlangde, dat tusschen de reizen, door de Nederlandersherhaaldelijk naar Novaya Zemlya ondernomen om den noordelijkendoortocht te zoeken, en de tochten, door hen in latere jaren ter walvischvangstnaar Spitsbergen gedaan, nauwelijks eenig verband bestond. Devereeniging van beide onderwerpen in éen boek scheen mij onmogelijk.Eerst nadat ik kennis gekregen had van de tot dusver geheel onbekendelatere Nederlandsche noordpoolreizen, gelukte het mij een aanknoopingspuntte vinden. Dien band tusschen de twee ongelijksoortigeonderwerpen meende ik gevonden te h BU KİTABI OKUMAK İÇİN ÜYE OLUN VEYA GİRİŞ YAPIN!
Sitemize Üyelik ÜCRETSİZDİR!