De tekst in dit bestand wordt weergegeven in de originele, verouderde spelling. Er is geen poging gedaan de tekst te moderniseren.
Afgebroken woorden aan het einde van de regel zijn stilzwijgend hersteld.
Overduidelijke druk- en spelfouten in het origineel zijn gecorrigeerd; deze zijn voorzien van een dunne rode stippellijn, waarbij de Brontekst via een zwevende pop-up beschikbaar is. Variaties in spelling zijn behouden.
Een overzicht van de aangebrachte correcties is te vinden aan het eind van dit bestand.
Dit Project Gutenberg e-boek bevat externe referenties. Het kan zijn dat deze links voor u niet werken.
KULTUUR-HISTORISCHE BIBLIOTHEEK
VALDEMAR VEDEL
GEAUTORISEERDE BEWERKING
NAAR HET DEENS DOOR
H. LOGEMAN
UTRECHT—H. HONIG—1919
Meer dan eens heeft de vorige eeuw getracht de Ridderromantiek derMiddeleeuwen weer tot een kunstmatig leven op te wekken. Eerst de Duitseromantici met hun Heinrich von Offerdingen en Barbarossa, de Genovevavan Tieck en de Tempeliers van Werner; daarna Walter Scott met zijnIvanhoeen Victor Hugo met zijn Burggraven; gelijk in DenemarkenIngemann met zijn Otto en Jonkvrouw Inge. Nadat toen een paar geslachtenzich aan de schildering der werkelikheid en kritiek van de maatschappijhadden overgegeven, ontwaakte de heerlikheid van Koning Arthur en zijnGraal wederom in de dromende ridders van Burne Jones en Rossetti en desmachtende jonkvrouwen van Tennyson. In de toondichten van een Wagnerweerklonk opnieuw de horen van de Zwaanridder, het lokkend spel uit deVenusberg en Parsifal's Graal-verlangens. En in de toren-kamer en deburchtgangen van Maeterlinck tastte de kinderachtige Blanchefleur-liefdehulpeloos rond in het afschrikkende donker der Middeleeuwse mystiek.Zeldzaam moderne incarnaties van de Middeleeuwen zijn het allemaal—deedele Sir Galahad en de liefdezieke