De breede en eenige straat van Batsji-Seraï.
Reizen, wat is het heerlijk, wat is het schoon! Men hecht eerst recht waarde aan de dingen des levens, als men op het puntis, ze te verliezen. Zou dat het geheim van de bekoring van het reizen wezen? In snelle opeenvolging ontdekt men telkens nieuwelandschappen, maakt kennis met oude en jonge steden, betreedt tempels en paleizen en vindt eenzaamheid en stilte, waar eensdrukte van leven heerschte en men voelt, dat het alles u ontsnapt op het oogenblik van het eerste aanschouwen.
Wij zijn gereisd naar Midden-Perzië en hebben de rozen van Ispahan geplukt. We zijn niet de gewone wegen gegaan, want in plaatsvan met den trein naar Bakoe te stoomen, besloten we een deel van het traject en wel een zoo groot mogelijk deel per automobielaf te leggen. Zoo zijn we dan ook met onze machines in Bessarabië geweest, een land, dat nog lang terra incognita voor auto’sblijven zal. De Krim hebben wij bezocht, en in den Kaukasus hebben regen en sneeuw ons opgehouden. Toen we eenige uitstapjeshadden gedaan rondom Batoem en Koetaïs, hebben wij den trein genomen en de auto’s deden hetzelfde. In Perzië heeft één vanons geprobeerd, over de bergen bij Tabris het hooge plateau van Iran te bereiken, terwijl wij anderen in de automobielen detweede heilige stad van het rijk der Shahs, Koem, bezochten. En toen we daar waren in de zesde week van onze reis, nadat wegroote moeilijkheden hadden overwonnen, gevoelden we ons wel ver van Parijs en de onzen; maar we hebben te Ispahan een onvergetelijkeweek doorleefd.
Wij hadden twee jonge vrouwen meegenomen, of eigenlijk hadden zij ons meegevoerd, zoo groot en levendig waren haar enthousiasme,haar vroolijkheid, haar moed, haar wensch om het doel te bereiken. Zij waren gewend aan weelde en niets doen, aan comfortvan allerlei aard; maar ze hebben met ons meegemaakt de nachten zonder slaap, gedeeld de onvoldoende maaltijden, de slechte,vuile herbergen, de koude van den vroegen morgen, den ijzigen wind der bergen en de hitte, die des middags uit de woestijnopstijgt.... Zij zijn te Ispahan geweest, en allen zijn we teruggekeerd.
Hoe konden zeven menschen van gezonde zinnen op het denkbeeld komen, per auto naar Perzië te gaan?
De wensch om met zijn auto eens een anderen weg te rijden dan van Toulon naar Nice, deed een mijner vrienden, prins EmanuelBibesco, een reis ondernemen langs de Corniche van de Krim. Hij ging er eerst heen, zonder van huis te gaan, namelijk [86]door in zijn Baedeker te lezen en kaarten te bekijken. Baedeker leerde hem o.a., dat er een stoombootdienst bestaat van Sebastopol naar Batoem in den Kaukasus. Op dien tijd, het was in Januari 1905, sprakhij er mij over.
Men zou al heel weinig van aardrijkskunde moeten weten, om niet te hebben gehoord, dat de Kaukasus een land van prachtige